Door de uitspraak van de Hoge Raad op 16 december 2022 is er eindelijk duidelijkheid. Het is mogelijk om op één dag voor meerdere jaren optimaal gebruik maken van de toekomstige vrijstellingen voor de schenkbelasting. Dit kan door op één dag schenkingen te doen onder de opschortende voorwaarde dat de schenker op 1 januari van een steeds opvolgend kalenderjaar nog in leven is.

Casus
Op 7 maart 2013 zijn vijf afzonderlijke notariële akten van schenking verleden (de schenkingen). In iedere akte schenken de ouders aan hun zoon een bedrag van € 10.000, waarbij dit bedrag renteloos schuldig wordt gebleven. De inhoud van de akten is vrijwel identiek. Vier van de vijf schenkingen vinden plaats onder de opschortende voorwaarde dat de langstlevende van de schenkers in leven is op respectievelijk 1 januari 2014, 1 januari 2015, 1 januari 2016 en 1 januari 2017. De inspecteur ziet dit als een periodieke uitkering (artikel 18 lid 2 Successiewet) en heft schenkbelasting over het totaal van de schenkingen. Volgens de zoon is er sprake van vijf afzonderlijke schenkingen. De eerste schenking komt direct tot stand en de vier overige schenkingen op het moment van het vervullen van de opschortende voorwaarde.

Uitspraak
De rechtbank is van oordeel dat in deze casus geen sprake is van de schenking van een periodieke uitkering als zodanig. Een schenking van een periodieke uitkering heeft naar het oordeel van de rechtbank als kenmerk dat in één rechtshandeling een stamrecht wordt geschonken waarbij het totaal aan uit te keren termijnen afhankelijk is van een onzekere gebeurtenis. In het onderhavige geval kan niet gesproken worden van een dergelijke schenking, gelet op het feit dat er vijf afzonderlijke rechtshandelingen tot stand zijn gekomen.
Deze uitspraak is uiteindelijk door de Hoge Raad bevestigd.

Juridische en fiscale beoordeling schenking onder opschortende voorwaarde
Juridisch komt een schenking met een opschortende voorwaarde tot stand op het moment dat de schenkingsovereenkomst wordt gesloten. Bij het vervullen van de voorwaarde is pas sprake van een afdwingbare prestatie.
Fiscaal komt deze schenking tot stand op het moment dat de voorwaarde wordt vervuld (artikel 1 lid 9 Successiewet). Het tijdstip van in vervulling gaan is dus bepalend voor het moment waarop een mogelijke belastingschuld ontstaat en de daarbij behorende formele bepalingen, zoals waardering van hetgeen wordt verkregen, alsmede de hoogte van de vrijstellingen en de tarieven. 
De aangifte schenkbelasting hoeft pas te worden ingediend binnen twee maanden na het einde van het kalenderjaar waarin de opschortende voorwaarde is vervuld (artikel 46 Successiewet).

Erfrechtelijke verkrijging
Als in de onderhavige casus de langstlevende van de schenkers bij het in vervulling gaan van de voorwaarde is overleden (of binnen 180 dagen daaraan voorafgaand), wordt geacht krachtens erfrecht te zijn verkregen (artikel 12 lid 1 2e volzin Successiewet).

Bronnen:
– Rechtbank Zeeland-West-Brabant 17-04-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1845
– Hof ’s-Hertogenbosch 29-07-2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:2397
– Hoge Raad 16-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1785.

Wilt u hier meer over weten? Neem contact met ons op